Zoeken in normen
918 resultaten
1 Onderwerp en toepassingsgebied
Deze praktijkrichtlijn geeft de voorwaarden voor het meten van de temperatuur van
een aansluiting of een component in een elektrische installatie met behulp van thermografie.
Deze praktijkrichtlijn geeft vijf methoden voor het beoordelen van de gemeten temperatuur.
Geadviseerd wordt deze methoden strikt toe te passen.
Deze praktijkrichtlijn geeft voor elke methode een aanbeveling wanneer directe
4.1 Inleiding
Thermografie is gebaseerd op het principe dat elk object infraroodstraling uitzendt.
Met een thermografische camera wordt de infraroodstraling waargenomen en omgerekend
naar temperaturen. Voor een representatieve temperatuurmeting van een object in de
elektrische installatie behoort ten minste aan de in
4.3 genoemde voorwaarden te worden voldaan.
Specifieke eigenschappen die te maken hebben
4.3 Voorwaarden
Voor het uitvoeren van een representatieve temperatuurmeting behoort:
— de luchtsnelheid langs een aansluiting of component van het object laag te zijn, en
— de instraling van een externe warmtebron, zoals de zon of een verwarmingselement,
minimaal te zijn, en
— er stroom vloeit door een aansluiting of component van het object te vloeien, en
— de gemeten temperatuur stabiel
5.1 Inleiding
Er zijn vijf methoden om de gemeten temperatuur te beoordelen. Op basis van de uitkomst
van de beoordeling wordt bepaald of directe actie is vereist of aanvullend onderzoek
noodzakelijk is.
5.5 Beoordelen van de gemeten temperatuur op basis van de maximale toelaatbare temperatuur
van het elektrisch isolatiemateriaal van een component
5.5.1 Inleiding
Het elektrisch isolatiemateriaal van een component kan worden ingedeeld in een temperatuurklasse
die wordt aangeduid met een identificatieletter. Deze temperatuurklasse staat voor
de maximale toelaatbare temperatuur van het elektrisch isolatiemateriaal van een component.
Door de gemeten temperatuur en de maximale toelaatbare temperatuur van het elektrisch
isolatiemateriaal van
5.6.3 Uitwerking
De temperatuurstijging van een onderdeel van een component is het verschil tussen
de gemeten temperatuur van het onderdeel van de component min de gemeten temperatuur
van de omgeving van een component.
De methode van de maximale toelaatbare temperatuurstijging kan alleen worden toegepast
als de omgevingstemperatuur, Tamb, niet lager is dan −5 °C en niet hoger dan +40 °C.
Als de maximale toelaatbare
5.8.2 Doel
Het beoordelen of aanvullend onderzoek noodzakelijk is door de gemeten temperatuur
van een component te vergelijken met de berekende temperatuur van die component.
5.8.4 Werkwijze
Voer de hieronder gegeven handelingen uit in de aangegeven volgorde.
Stap
Handeling
1
Meet de omgevingstemperatuur van de component, Tma [°C].
2
Meet de temperatuur van de behuizing van een component, Tmc [°C].
3
Meet de stroom door de component, Imc [A].
4
Zoek de maximale toegelaten omgevingstemperatuur van de component, Tra [°C], op in de specificaties van de fabrikant.
5
1 Onderwerp en toepassingsgebied
Dit deel van
NPR 5310 heeft betrekking op deel 6 Inspectie van
NEN 1010:2015.
Toestellen voor aardlekbeveiliging moeten worden beproefd om de juiste werking aan
te tonen. Bij die beproevingen moeten verschillende stromen worden toegepast en de
beveiliging moet binnen de voorgeschreven tijd aanspreken. In dit deel worden de aanspreektijden
en aanspreekstromen voor deze toestellen gegeven.
2 Verwijzingen
De volgende documenten, of delen ervan, waarnaar in dit document wordt verwezen, zijn
onmisbaar voor de toepassing ervan. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde
uitgave van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste uitgave van het
document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen) waarnaar
is verwezen van toepassing.
NEN 1010:2015 Elektrische
Zoeken in de website
52 resultaten
Wanneer mag ik mijzelf een vakbekwaam persoon (VP) noemen?
Een VP kan zelfstandig gevaren en risico’s inschatten en doeltreffende maatregelen nemen. Een VP is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket en moet zich daarvoor kunnen verantwoorden.
Uw werkgever (de hoogst verantwoordelijke voor de veiligheid in het kader van de arbowetgeving of degene aan wie deze taak is gedelegeerd) zal een inschatting maken of u in aanmerking komt voor
Welke opleiding(en) moet ik volgen om aan een NEN 3140-keuringscertificaat te komen?
Allereerst: NEN geeft geen NEN 3140-keuringscertificaten uit. Wel kunt u bij NEN verschillende trainingen volgen op het gebied van NEN 3140. Na afloop krijgt u van ons een certificaat van deelname.
Vanuit de arbowetgeving heeft iedere werkgever een zorgplicht voor zijn medewerkers. NEN 3140 beschrijft hoe men aan deze zorgplicht kan voldoen.
Zo worden in NEN 3140 de uitgangspunten beschreven
Heb ik het als Installatieverantwoordelijke / Werkverantwoordelijke goed gedaan?
Als er toch iets gebeurt, hoe weet ik dan of ik het als Installatieverantwoordelijke/Werkverantwoordelijke (IV/WV) goed heb gedaan?
Dat begint met de vraag: goed gedaan in de ogen van wie? Het kan om meerdere partijen gaan:
de provincie of gemeente (gebruiksvergunning);
de Inspectie SZW (Arbeidsinspectie);
de werkgever of één of meerdere werknemers;
de verzekeraar.
De eerste
Instructiefrequentie personeel
Bijlage E van NEN 3140 geeft aan wanneer de VOP, VP, WV en IV een periodieke instructie moeten hebben. Deze termijn hangt af van:
de ervaring van de personen;
de aard van de werkzaamheden;
de frequentie waarmee de werkzaamheden worden uitgevoerd;
de werkomstandigheden;
de omgeving van de werkplek;
de mate van toezicht;
de mate van verandering van de werkzaamheden;
Schriftelijke voorbereiding van complexe werkzaamheden
Eerder lieten we al zien dat wat er geregeld moet worden om eenvoudige elektrotechnische werkzaamheden door vakbekwame personen (VP) te laten verrichten. Bij eenvoudige werkzaamheden bepaalt een VP zelf hoe hij de werkzaamheden uitvoert aan de hand van NEN 3140 + A3 (4.3.2). Schriftelijke werkinstructies zijn daarbij essentieel.
Dit artikel gaat in op de voorbereiding van gecompliceerde werkzaamheden
Onduidelijkheid over Energie Opslag Systemen
tekst: Gerit Tenkink
foto 1: eigen foto
foto 2: eigen foto
foto 3 en 4: Iwell
In NEN 4288: 2020 NL ‘Bedrijfsvoering van batterij-energieopslagsystemen’ is te lezen wat de eisen voor veilige bedrijfsvoering van batterij-opslagsystemen zijn. Maar wat veilige bedrijfsvoering inhoudt, daar zijn de meningen over verdeeld en nog niet alles is duidelijk omschreven. Brandweer en gemeenten bijvoorbeeld
Is toepassen van NEN 3140 verplicht?
Strikt genomen niet, maar werkgevers kunnen er niet onderuit. Niet alleen in de elektrotechniek, maar in alle sectoren van het bedrijfsleven. Zij zijn volgens de Nederlandse arbowetgeving verplicht te zorgen voor de veiligheid van hun werknemers. Met het toepassen van deze norm kunnen werkgevers aantonen aan hun arboverplichtingen te voldoen.
Wanneer mag ik mijzelf een voldoende onderricht persoon (VOP) noemen?
Een VOP is iemand die geïnstrueerd is op specifieke werkzaamheden. Hij heeft uitleg gekregen over de risico’s bij het uitvoeren van een specifieke taak en de veiligheidsmaatregelen die hij daarvoor in acht moet nemen.
Deze instructie kan worden gegeven door een vakbekwaam persoon of een werkverantwoordelijke.
Uw werkgever (de hoogst verantwoordelijke voor de veiligheid in het kader van de arbowetgeving
Wij keuren elektrische gereedschappen volgens NEN 3140. Deze gereedschappen worden vervolgens naar Duitsland verstuurd voor gebruik. Voldoet onze NEN 3140-keuring dan?
NEN 3140 is een Nederlandse norm die een methode beschrijft hoe een werkgever zijn organisatie zo kan inrichten dat qua elektrische veiligheid aan de Nederlandse arbowetgeving wordt voldaan. De arbowetgeving is echter niet in alle Europese lidstaten gelijk; iedere lidstaat hanteert zijn eigen regels voor het inspectieregime voor elektrische installaties en arbeidsmiddelen. U zult uw inspectie dus moeten