Zoeken in normen
918 resultaten
I.2.1 Factor A: the age of the installation
The installation is:
A1
less than 10 years old.
Weighting: 0
A2
more than 10 years old.
Weighting: 5
A3
more than 20 years old.
Weighting: 8
A4
more than 30 years old.
Weighting: 10
I.2.3 Factor C: the environmental conditions
C1
The environment in which the installation is used:
a)
is clean and dry,
b)
contains no explosive or corrosive gases,
c)
presents no fire hazard as a result of dust, and
d)
is free of transport equipment or heavy equipment.
Weighting: 0
C2
The environment in which the installation is used:
a)
is not clean and dry or
b)
contains explosive or corrosive gases or
c)
presents a fire
I.3 Determining the time between two successive inspections
I.3.1 The time between two successive inspections is determined on the basis of the sum
of the factors A to E, using table I.1 in conjunction with
figure I.1.
Table I.1
—
Determining the sum of the factors A to E
Factor
Code
Weighting
Results
A
A1
0
A2
5
A3
8
A4
10
B
B1
0
B2
2
B3
4
B4
7
B5
15
C
C1
0
C2
10
C3
20
D
D1
J.4.3
The batch size is the collection of products assembled in the same way from which
the random sample shall be taken and inspected to determine whether the approval criteria
are complied with.
J.4.6
The random sampling units shall be chosen at random from the batch, without regard
to quality.
K.1 The time between two successive inspections
The time between two successive inspections of electrical work equipment shall be
determined by:
A) the frequency of use;
B) the expertise of the users;
C) the environment;
D) the chance of damage.
K.3 Determining the time between two successive inspections
K.3.1 The time between two successive inspections is determined on the basis of the sum
of the factors A to D, using
table K.1 in conjunction with
figure K.1.
Table K.1
—
Determining the sum of the factors A to D
Factor
Code
Weighting
Results
A
A1
10
A2
0
B
B1
0
B2
10
C
C1
0
C2
10
C3
15
D
D1
0
D2
10
D3
15
Total
K.3.2 Read out the
K.3.2
Read out the time between two successive inspections from
figure K.1.
Figure K.1
—
The time between two successive inspections
L.2
The actual earth leakage current can also be measured by measuring the differential
current in the live parts of the connection.
L.4
Due to the difficulty of measuring the actual earth leakage current, the replacement
earth leakage current is often measured. The live parts are interconnected here. An
alternating voltage is applied between the live parts on the one hand and the protective
conductor or the exterior conducting parts of the item of electrical work equipment
on the other. The current measured is the replacement earth
Zoeken in de website
52 resultaten
Zijn procedures en schriftelijke werkinstructies echt nodig?
Grotere organisaties hebben vaak een technische dienst met geschoolde vakmensen die onderhoud, uitbreidingen en mutaties verrichten aan de elektrische installaties. NEN 3140 geeft aan dat elektrotechnici schriftelijk moeten worden aangewezen als vakbekwaam persoon (VP). In deze aanwijzing worden zij door of namens de werkgever bevoegd verklaard tot het uitvoeren van elektrotechnische werkzaamheden
Inspectiefrequentie arbeidsmiddelen
Elektrische arbeidsmiddelen moeten met een passende regelmaat worden geïnspecteerd.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties is afhankelijk van:
de frequentie van het gebruik;
de deskundigheid van de gebruiker;
de omgeving;
de kans op beschadiging.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties moet voldoen aan bijlage K. Deze rekentool helpt u de inspectietermijn te berekenen
Installaties: steekproefbepaling
Steekproefbepaling
Met bijlage J kunt u de grootte van de steekproef bepaling bij inspecties van grote aantallen arbeidsmiddelen of installaties.
De inspecties mogen worden uitgevoerd door middel van een representatieve steekproef volgens een statistisch verantwoorde methode.
Steekproef voor omvangrijke machines
De installatieverantwoordelijke bepaalt of er een steekproef gehouden wordt. In bijlage
Opleiding en ervaring NEN 3140
Informatie uit training NEN 3140 Installatie- werkverantwoordelijke.
Voordat een persoon kan worden aanwezen worden de volgende criteria voor een VP, IV en WV getoetst.
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende ervaring met elektrotechnische werkzaamheden?
Heeft de als IV aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie, waarvoor hij zal worden aangewezen?
Heeft de als werkverantwoordelijke
NEN 3140 Bijlage E
AnnexInformativeDetermining time between two successive instructions
Table E.1 — Determining instruction frequency
Factor
Rating
Weighting
NPEI
NPWA
SP
Basisinformatie elektrotechniek: een goede voorbereiding op de Stipel-basistoets
In 1999 vroeg mijn toenmalige leidinggevende of ik een vergadering wilde bijwonen van Stipel. Ik kreeg een korte uitleg en ben aangeschoven. Ik weet nog dat veel langs mij heen ging, omdat ik er natuurlijk zomaar inviel. Stipel bestond toen nog niet zo lang en moest nog bekendheid krijgen in de markt.
Wat is Stipel?
Stipel staat voor: Stichting Persoonscertificatie Energietechniek.
Ik ben de enige werknemer van het bedrijf. Kan ik mijzelf aanwijzen?
Het is mogelijk om uzelf aan te wijzen mits u dat helder vastlegt.
In bijlage D van NEN 3140 staat wat in elk geval in het aanwijzingsdocument moeten worden opgenomen.
Waar vind ik de wettelijke eisen voor het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140?
Het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140 is gebaseerd op de Nederlandse arbowetgeving. Deze is te vinden op de website van de Nederlandse overheid: www.overheid.nl (zoekterm: Arbeidsomstandighedenwet).
Wanneer mag ik mijzelf een installatieverantwoordelijke (IV) of werkverantwoordelijke (WV) noemen?
Bij de rol van IV of WV horen de volgende taken en verantwoordelijkheden:
Een IV/WV beschikt over voldoende vakkennis (verkregen door opleiding en/of ervaring).
Een IV/WV heeft kennis en kunde van de betreffende elektrische installaties en arbeidsmiddelen in de omstandigheden waarin deze worden gebruikt (bedrijfsvoeringsomstandigheden, deze zijn bedrijfsspecifiek).
Een IV/WV beschikt