Zoeken in normen
918 resultaten
F.4.1
Het spanningsloos maken van een deel van een elektrische installatie valt onder de
verantwoordelijkheid van de installatieverantwoordelijke. Dat wil niet zeggen dat
de installatieverantwoordelijke de elektrische installatie zelf spanningsloos moet
maken.
F.4.2
De werkverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de veiligheid op de werkplek.
H.1
Het risico dat is verbonden aan het uitvoeren van elektrotechnische metingen is afhankelijk
van:
— het meetinstrument;
— de situatie waarin de metingen worden uitgevoerd;
— de wijze waarop wordt gemeten.
H.10
Meetapparatuur waarmee wordt gemeten aan schakel- en verdeelinrichtingen behoort ten minste
te voldoen aan categorie III, geldend voor de desbetreffende lijnspanning. Dit geldt
niet alleen voor het meetinstrument, maar ook voor de gebruikte meetleidingen en meetpennen.
OPMERKING De meetpennen behoren zo te zijn geïsoleerd dat ze geen kortsluiting kunnen veroorzaken.
J.4.6
Trek de steekproefeenheden aselect uit de partij zonder op de kwaliteit ervan te letten.
J.4.8
Verhelp na afkeur van een partij de defecten en trek een nieuwe aselecte steekproef.
Deze procedure kan tweemaal worden herhaald.
M.4
Pas in een IU- en IM-stelsel bij een nominaal vermogen hoger dan 3 kVA isolatiebewaking
toe.
OPMERKING Bij een vermogen kleiner dan 3 kVA wordt het gebruik van isolatiebewaking aangeraden.
M.5
Als de omgevingsomstandigheden een verhoogd risico kennen, kan het nodig zijn ook
voor kleinere vermogens isolatiebewaking dwingend voor te schrijven of het aantal
gelijktijdig aan te sluiten toestellen te beperken. Dit is ter beoordeling van de
werkverantwoordelijke.
M.8
Controleer voorafgaand aan elk gebruik van een aggregaat en ten minste eenmaal per
week, de goede werking van aardlekbeveiligingen of isolatiebewaking.
N.3.1
Accuruimten en acculaadstations waar ongeïsoleerde actieve delen aanwezig zijn, behoren
niet te worden betreden door:
— leken;
— personen jonger dan 18 jaar.
Zoeken in de website
52 resultaten
NEN 3140+A2:2018 geeft een andere visie op het inspectiebeleid
We werken alweer drie maanden met NEN 3140+A2:2018. Dit artikel gaat over de gewijzigde benadering van de inspecties van bestaande elektrische installaties. Dit kan een reden zijn voor de installatieverantwoordelijke (IV) zijn inspectiebeleid te herzien.
In 5.3.3.1.101 van NEN 3140+A1: 2015 staat een bepaling die stevig in het gedachtengoed van elektrotechnisch Nederland is verankerd: “Bij inspectie
Inspectiefrequentie installaties
Artikel 5.101 uit NEN 3140 geeft de eisen weer van een inspectie van bestaande elektrische installaties. De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties moet voldoen aan bijlage I. Met deze rekentool kunt u bepalen hoeveel tijd er tussen inspecties mag zitten. Een afzonderlijk tijdsinterval kan worden vastgesteld voor elke elektrische installatie en voor elk onderdeel van een elektrische installatie.
Rekentools
Deze rekentools helpen u om vast te stellen:
Inspectie- en instructietermijnen
Met Bijlage E kunt u vaststellen wanneer een VOP, VP, WV of IV opnieuw instructie moet krijgen.
Bijlage I geeft de termijn aan voor inspectie van uw elektrische installaties.
Bijlage K geeft de termijn aan voor inspectie van uw elektrische arbeidsmiddelen.
Steekproefbepaling
Met bijlage J kunt u de grootte
Bestaat er een NEN 3140-keuringssticker?
Nee, die bestaat niet. De eis die in de norm wordt gesteld, is dat elektrische arbeidsmiddelen aantoonbaar moeten zijn goedgekeurd voor het gebruik (bepaling 5.102.84 in de norm). De wijze waarop dit aantoonbaar wordt gemaakt, is niet voorgeschreven.
Moet bij het plaatsen van een cv-ketel worden voldaan aan NEN 3140? In het bijzonder op het onderdeel brandwerende doorvoeren en gasbelemmering.
NEN 3140 richt zich op het veilig werken aan en met elektrische installaties en arbeidsmiddelen. Voor oplevering van nieuwe elektrische installaties en arbeidsmiddelen zijn veel uitgebreidere inspecties noodzakelijk. Niet alleen moet dan naar de veiligheidsaspecten worden gekeken, maar ook moet worden gekeken of de functionele eisen goed zijn ingevuld.
Brandwerende doorvoeren en gasbelemmering behoren
NEN heeft een training voor Vakbekwaam Persoon. Wat zijn de leerdoelen van de cursus?
U leert op hoofdlijnen wat de Arbowet vraagt en wat het Arbobesluit aangeeft. Verder wordt u bekend met de inhoud van de norm NEN 3140. Je leert risico’s en gevaren herkennen (waaronder aanrakingsgevaar en de vlamboog) en je leert in de training wat de positie is van de Vakbekwaam Persoon ten opzichte van andere aanwijzingsniveaus binnen een organisatie. Tot slot leer je hoe je veilig werkt aan een