Zoeken in normen
918 resultaten
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
52
NOTE The persons carrying out the work preferably apply their own protection device to prevent re -
energizing.
7 Maintenance procedures
7.1 General
7.1.1 The purpose of maintenance is to keep the electrical installation in the required con dition.
A distinction is made between:
— preventive maintenance:
maintenance which is carried out on a routine
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
60
— En suring that unsafe situations are made safe as soon as possible or that access is no longer
possible.
— Ensuring that first response is provided.
— Ensuring that fire is suppressed.
— Ensuring the appropriate personal protective equipment.
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
63
Annex D
(informative )
Overall procedure for nominating persons
D.1 Nominating
According to 4.2.101, persons shall be nominated by or on behalf of the person in the organization
with the highest responsibility for compliance with the Dutch Occupational Safety and H ealth Act
(Arbe idsomstandighedenwet ).
D.2 Criteria for nominated persons in control
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
72
Protective or other
equipment or device
Applicable standard Examples of use situations
Insulating gloves for arc
flash protection a
IEC 61482 -2 — When working on or near live parts
protected by a knife blade fuse of more
than 80 A or an automatic fuse of more
than 25 A
— When measuring in an electrical
installation that is protected by a knife
blade
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
74
Annex I
(normative)
Determining the time between two successive inspections of electrical
installations
Table I.1 — Determini ng the inspection time interval of electrical installations
Factor Options Weighting Total
The age of the electrical
installation
Less than 10 years old
More than 10 years old
More than 20 years old
More than
NEN 3140:2011+A3:2019 en
NEN 3140+A3:2019
81
Read out the time between two successive inspections from figure K.1.
Figure K.1 — The time between two successive inspections
sum of factors
time in years
2 Normatieve verwijzingen
Naar de volgende documenten wordt in de tekst zo verwezen dat de bepalingen ervan
geheel of gedeeltelijk ook voor dit document gelden. Bij gedateerde verwijzingen is
alleen de aangehaalde editie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste
editie van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen)
waarnaar is verwezen, van toepassing.
NEN 1010
3.1 Algemeen
3.1.1
elektrische installatie
samenstel van al het elektrisch materieel voor de opwekking, het transport, de omzetting,
de distributie en het gebruik van elektrische energie, inclusief bronnen van opgeslagen
energie zoals accu's, batterijen en condensatoren
3.1.2
bedrijfsvoering
beheer, inclusief alle elektrotechnische en niet-elektrotechnische werkzaamheden,
noodzakelijk om de elektrische
3.5 Beschermingsvoorzieningen
3.5.1
scherm
voorziening, al of niet geïsoleerd, die wordt gebruikt om nadering te voorkomen van
materieel of een deel van een elektrische installatie dat gevaar kan opleveren
3.5.2
afscherming
voorziening die bescherming biedt tegen directe aanraking vanuit elke gebruikelijke
richting van benadering
3.5.3
isolerende afscherming
starre of flexibele voorziening van isolerend materiaal
4.2.103
Installatieverantwoordelijken en werkverantwoordelijken hebben ten minste een middelbaar
elektrotechnisch niveau, verkregen door opleiding en/of ervaring. Ze zijn verantwoordelijk
voor de uitvoering van het eigen takenpakket en moeten zich daarvoor kunnen verantwoorden.
Tot hun verantwoordelijkheid kunnen planning, administratie, beheer en/of ontwikkeling
horen. De werkzaamheden worden meestal
Zoeken in de website
52 resultaten
NEN 3140+A2:2018 geeft een andere visie op het inspectiebeleid
We werken alweer drie maanden met NEN 3140+A2:2018. Dit artikel gaat over de gewijzigde benadering van de inspecties van bestaande elektrische installaties. Dit kan een reden zijn voor de installatieverantwoordelijke (IV) zijn inspectiebeleid te herzien.
In 5.3.3.1.101 van NEN 3140+A1: 2015 staat een bepaling die stevig in het gedachtengoed van elektrotechnisch Nederland is verankerd: “Bij inspectie
Inspectiefrequentie installaties
Artikel 5.101 uit NEN 3140 geeft de eisen weer van een inspectie van bestaande elektrische installaties. De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties moet voldoen aan bijlage I. Met deze rekentool kunt u bepalen hoeveel tijd er tussen inspecties mag zitten. Een afzonderlijk tijdsinterval kan worden vastgesteld voor elke elektrische installatie en voor elk onderdeel van een elektrische installatie.
Rekentools
Deze rekentools helpen u om vast te stellen:
Inspectie- en instructietermijnen
Met Bijlage E kunt u vaststellen wanneer een VOP, VP, WV of IV opnieuw instructie moet krijgen.
Bijlage I geeft de termijn aan voor inspectie van uw elektrische installaties.
Bijlage K geeft de termijn aan voor inspectie van uw elektrische arbeidsmiddelen.
Steekproefbepaling
Met bijlage J kunt u de grootte
Bestaat er een NEN 3140-keuringssticker?
Nee, die bestaat niet. De eis die in de norm wordt gesteld, is dat elektrische arbeidsmiddelen aantoonbaar moeten zijn goedgekeurd voor het gebruik (bepaling 5.102.84 in de norm). De wijze waarop dit aantoonbaar wordt gemaakt, is niet voorgeschreven.
Moet bij het plaatsen van een cv-ketel worden voldaan aan NEN 3140? In het bijzonder op het onderdeel brandwerende doorvoeren en gasbelemmering.
NEN 3140 richt zich op het veilig werken aan en met elektrische installaties en arbeidsmiddelen. Voor oplevering van nieuwe elektrische installaties en arbeidsmiddelen zijn veel uitgebreidere inspecties noodzakelijk. Niet alleen moet dan naar de veiligheidsaspecten worden gekeken, maar ook moet worden gekeken of de functionele eisen goed zijn ingevuld.
Brandwerende doorvoeren en gasbelemmering behoren
NEN heeft een training voor Vakbekwaam Persoon. Wat zijn de leerdoelen van de cursus?
U leert op hoofdlijnen wat de Arbowet vraagt en wat het Arbobesluit aangeeft. Verder wordt u bekend met de inhoud van de norm NEN 3140. Je leert risico’s en gevaren herkennen (waaronder aanrakingsgevaar en de vlamboog) en je leert in de training wat de positie is van de Vakbekwaam Persoon ten opzichte van andere aanwijzingsniveaus binnen een organisatie. Tot slot leer je hoe je veilig werkt aan een