Zoeken in normen
918 resultaten
E.2.4 Factor D: the working conditions
The working conditions:
D1
completely dead.
Weighting: 0
D2
regularly in the vicinity of live parts.
Weighting: 5
D3
from time to time live working.
Weighting: 10
E.2.7 Factor G: the level of change in the work activities
The level of change in the work activities:
G1
little.
Weighting: 5
G2
regularly.
Weighting: 0
E.3 Determining the time between two successive periods of instruction
E.3.1 The time between two successive periods of instruction is determined on the basis
of the sum of the factors A to H, using
table E.1 in conjunction with
figure E.1.
Table E.1
—
Determining the sum of the factors A to H
Factor
Code
Weighting
Results
A
A1
0
A2
10
B
B1
0
B2
5
B3
10
C
C1
5
C2
0
C3
5
D
D1
0
D2
5
D3
10
E
E.3.2
Read out the time between two successive periods of instruction from
figure E.1.
Figure E.1
—
The time between two successive periods of instruction
F.2 Responsibilities of the person responsible for an electrical installation
The person responsible for an electrical installation is responsible for:
— electrical installations and electrical work equipment;
— maintaining the safety of electrical installations and electrical work equipment by
regular inspections and timely repair of any defects found;
— setting up an access scheme for premises with an electrical hazard;
— establishing procedures
F.4 Responsibility in the event of dead working
F.4.1 Making a part of an installation dead is the responsibility of the person responsible
for an electrical installation. This does not mean that the person responsible for
an electrical installation shall make the installation dead in person.
F.4.2 The nominated person in control of a work activity is responsible for safety at the
work location.
F.4.3 The responsibility of
F.4.1
Making a part of an installation dead is the responsibility of the person responsible
for an electrical installation. This does not mean that the person responsible for
an electrical installation shall make the installation dead in person.
G.1 Use situations
Table G.1 states the most common use situations for the individual items of protective equipment
and for other equipment and devices.
Table G.1
—
Use of protective or other equipment and devices
Protective or other equipment or device
Applicable standard
Examples of use situations
a When choosing the protective equipment against arc hazard, consider the arc energy
that can occur
H.1
The risk associated with carrying out electrical measurements depends on:
— the measurement instrument;
— the situation in which the measurements are carried out;
— the way in which the measurements are taken.
H.7
If measuring in accordance with
H.6 is not possible, the rules that apply to live working (see
6.3) should be applied.
Zoeken in de website
52 resultaten
Zijn procedures en schriftelijke werkinstructies echt nodig?
Grotere organisaties hebben vaak een technische dienst met geschoolde vakmensen die onderhoud, uitbreidingen en mutaties verrichten aan de elektrische installaties. NEN 3140 geeft aan dat elektrotechnici schriftelijk moeten worden aangewezen als vakbekwaam persoon (VP). In deze aanwijzing worden zij door of namens de werkgever bevoegd verklaard tot het uitvoeren van elektrotechnische werkzaamheden
Inspectiefrequentie arbeidsmiddelen
Elektrische arbeidsmiddelen moeten met een passende regelmaat worden geïnspecteerd.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties is afhankelijk van:
de frequentie van het gebruik;
de deskundigheid van de gebruiker;
de omgeving;
de kans op beschadiging.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties moet voldoen aan bijlage K. Deze rekentool helpt u de inspectietermijn te berekenen
Installaties: steekproefbepaling
Steekproefbepaling
Met bijlage J kunt u de grootte van de steekproef bepaling bij inspecties van grote aantallen arbeidsmiddelen of installaties.
De inspecties mogen worden uitgevoerd door middel van een representatieve steekproef volgens een statistisch verantwoorde methode.
Steekproef voor omvangrijke machines
De installatieverantwoordelijke bepaalt of er een steekproef gehouden wordt. In bijlage
Opleiding en ervaring NEN 3140
Informatie uit training NEN 3140 Installatie- werkverantwoordelijke.
Voordat een persoon kan worden aanwezen worden de volgende criteria voor een VP, IV en WV getoetst.
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende ervaring met elektrotechnische werkzaamheden?
Heeft de als IV aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie, waarvoor hij zal worden aangewezen?
Heeft de als werkverantwoordelijke
NEN 3140 Bijlage E
AnnexInformativeDetermining time between two successive instructions
Table E.1 — Determining instruction frequency
Factor
Rating
Weighting
NPEI
NPWA
SP
Basisinformatie elektrotechniek: een goede voorbereiding op de Stipel-basistoets
In 1999 vroeg mijn toenmalige leidinggevende of ik een vergadering wilde bijwonen van Stipel. Ik kreeg een korte uitleg en ben aangeschoven. Ik weet nog dat veel langs mij heen ging, omdat ik er natuurlijk zomaar inviel. Stipel bestond toen nog niet zo lang en moest nog bekendheid krijgen in de markt.
Wat is Stipel?
Stipel staat voor: Stichting Persoonscertificatie Energietechniek.
Ik ben de enige werknemer van het bedrijf. Kan ik mijzelf aanwijzen?
Het is mogelijk om uzelf aan te wijzen mits u dat helder vastlegt.
In bijlage D van NEN 3140 staat wat in elk geval in het aanwijzingsdocument moeten worden opgenomen.
Waar vind ik de wettelijke eisen voor het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140?
Het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140 is gebaseerd op de Nederlandse arbowetgeving. Deze is te vinden op de website van de Nederlandse overheid: www.overheid.nl (zoekterm: Arbeidsomstandighedenwet).
Wanneer mag ik mijzelf een installatieverantwoordelijke (IV) of werkverantwoordelijke (WV) noemen?
Bij de rol van IV of WV horen de volgende taken en verantwoordelijkheden:
Een IV/WV beschikt over voldoende vakkennis (verkregen door opleiding en/of ervaring).
Een IV/WV heeft kennis en kunde van de betreffende elektrische installaties en arbeidsmiddelen in de omstandigheden waarin deze worden gebruikt (bedrijfsvoeringsomstandigheden, deze zijn bedrijfsspecifiek).
Een IV/WV beschikt