Zoeken in normen
918 resultaten
7.1.1
Het doel van onderhoud is de elektrische installatie in de vereiste toestand te houden.
Onderscheid wordt gemaakt in:
— preventief onderhoud:onderhoud dat op regelmatige basis wordt uitgevoerd om storingen te voorkomen en het
materieel in goede staat te houden;
— correctief onderhoud:onderhoud dat wordt uitgevoerd om defecte onderdelen te repareren of te vervangen.
7.1.3
[niet overgenomen]
7.2.3
Personen die de werkzaamheden uitvoeren, moeten zo onderricht of vakbekwaam zijn,
dat ze geschikt zijn voor deze taak.
Zij moeten werken met deugdelijke gereedschappen, meet- en beproevingstoestellen en
persoonlijke beschermingsmiddelen die in goede staat moeten worden gehouden.
7.3 Reparatiewerkzaamheden
7.3.1 Reparatiewerkzaamheden kunnen bestaan uit de volgende fasen:
— opsporen van het defect;
— herstel van het defect en/of vervanging van componenten;
— opnieuw in bedrijf stellen van het gerepareerde deel van de elektrische installatie.
Tijdens elke fase van de werkzaamheden kunnen verschillende procedures nodig zijn.
7.3.2 Wanneer defecten in een onder spanning
7.4.1.101
Door leken mogen uitsluitend smeltpatronen type DI of DII worden vervangen, mits deze
aanrakingsveilig zijn geplaatst.
B.3.2 Dichte mist
Mist wordt beschouwd als dicht wanneer het zicht wordt beperkt tot een niveau waarbij
de veiligheid in gevaar komt, in het bijzonder wanneer de werkverantwoordelijke de
leden van de ploeg en de actieve delen waaraan of in de nabijheid waarvan zij behoren
te werken, niet kan zien. Onder deze omstandigheden behoren de werkzaamheden te worden
onderbroken.
C.1 Doel en voorwaarden voor toezicht
Het toezicht richt zich op de aspecten werkveiligheid en installatieveiligheid.
Bij het onderdeel ‘werkveiligheid’ wordt gelet op de veiligheid van de uitvoerenden
en omstanders, inclusief het continu in stand houden van de benodigde veiligheidsmaatregelen.
Bij het onderdeel ‘installatieveiligheid’ wordt gelet op de mogelijke aantasting van
de veiligheid en bedrijfszekerheid van de elektrische
D.4 De aanwijzing
D.4.1 Nadat alle criteria zijn getoetst, kan de persoon worden aangewezen. De aanwijzing
moet volgens
4.2.101 schriftelijk geschieden.
D.4.2 Het is niet voldoende om met een formulier de aanwijzing te regelen. De persoon die
aanwijst moet ervan overtuigd zijn dat de persoon die wordt aangewezen aan de voorwaarden
voldoet. Ook de persoon die wordt aangewezen moet ervan overtuigd zijn
D.4.3
Het aanwijzingsdocument bevat ten minste de volgende punten:
a) de naam en eventueel het personeelsnummer van de persoon;
b) de ingangsdatum en eventueel de einddatum van de aanwijzing;
OPMERKING Het verdient de voorkeur om de geldigheidsduur te beperken tot het interval tussen
twee opeenvolgende (her)instructies.
c) als wat de persoon wordt aangewezen;
d) voor welke
F.3 Verantwoordelijkheden van de werkverantwoordelijke
De werkverantwoordelijke is verantwoordelijk voor:
— het vaststellen van de risico’s verbonden aan werkzaamheden;
— het opstellen van plannen voor werkzaamheden;
— het kiezen van de juiste uitvoerenden voor werkzaamheden;
— het bepalen van de juiste werkwijze, hulpmiddelen en beschermingsmiddelen;
— het instrueren van de uitvoerenden bij werkzaamheden;
— het
Zoeken in de website
52 resultaten
Zijn procedures en schriftelijke werkinstructies echt nodig?
Grotere organisaties hebben vaak een technische dienst met geschoolde vakmensen die onderhoud, uitbreidingen en mutaties verrichten aan de elektrische installaties. NEN 3140 geeft aan dat elektrotechnici schriftelijk moeten worden aangewezen als vakbekwaam persoon (VP). In deze aanwijzing worden zij door of namens de werkgever bevoegd verklaard tot het uitvoeren van elektrotechnische werkzaamheden
Inspectiefrequentie arbeidsmiddelen
Elektrische arbeidsmiddelen moeten met een passende regelmaat worden geïnspecteerd.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties is afhankelijk van:
de frequentie van het gebruik;
de deskundigheid van de gebruiker;
de omgeving;
de kans op beschadiging.
De tijd tussen twee opeenvolgende inspecties moet voldoen aan bijlage K. Deze rekentool helpt u de inspectietermijn te berekenen
Installaties: steekproefbepaling
Steekproefbepaling
Met bijlage J kunt u de grootte van de steekproef bepaling bij inspecties van grote aantallen arbeidsmiddelen of installaties.
De inspecties mogen worden uitgevoerd door middel van een representatieve steekproef volgens een statistisch verantwoorde methode.
Steekproef voor omvangrijke machines
De installatieverantwoordelijke bepaalt of er een steekproef gehouden wordt. In bijlage
Opleiding en ervaring NEN 3140
Informatie uit training NEN 3140 Installatie- werkverantwoordelijke.
Voordat een persoon kan worden aanwezen worden de volgende criteria voor een VP, IV en WV getoetst.
Heeft de aan te wijzen persoon voldoende ervaring met elektrotechnische werkzaamheden?
Heeft de als IV aan te wijzen persoon voldoende inzicht in de installatie, waarvoor hij zal worden aangewezen?
Heeft de als werkverantwoordelijke
NEN 3140 Bijlage E
AnnexInformativeDetermining time between two successive instructions
Table E.1 — Determining instruction frequency
Factor
Rating
Weighting
NPEI
NPWA
SP
Basisinformatie elektrotechniek: een goede voorbereiding op de Stipel-basistoets
In 1999 vroeg mijn toenmalige leidinggevende of ik een vergadering wilde bijwonen van Stipel. Ik kreeg een korte uitleg en ben aangeschoven. Ik weet nog dat veel langs mij heen ging, omdat ik er natuurlijk zomaar inviel. Stipel bestond toen nog niet zo lang en moest nog bekendheid krijgen in de markt.
Wat is Stipel?
Stipel staat voor: Stichting Persoonscertificatie Energietechniek.
Ik ben de enige werknemer van het bedrijf. Kan ik mijzelf aanwijzen?
Het is mogelijk om uzelf aan te wijzen mits u dat helder vastlegt.
In bijlage D van NEN 3140 staat wat in elk geval in het aanwijzingsdocument moeten worden opgenomen.
Waar vind ik de wettelijke eisen voor het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140?
Het keuren van elektrische arbeidsmiddelen volgens NEN 3140 is gebaseerd op de Nederlandse arbowetgeving. Deze is te vinden op de website van de Nederlandse overheid: www.overheid.nl (zoekterm: Arbeidsomstandighedenwet).
Wanneer mag ik mijzelf een installatieverantwoordelijke (IV) of werkverantwoordelijke (WV) noemen?
Bij de rol van IV of WV horen de volgende taken en verantwoordelijkheden:
Een IV/WV beschikt over voldoende vakkennis (verkregen door opleiding en/of ervaring).
Een IV/WV heeft kennis en kunde van de betreffende elektrische installaties en arbeidsmiddelen in de omstandigheden waarin deze worden gebruikt (bedrijfsvoeringsomstandigheden, deze zijn bedrijfsspecifiek).
Een IV/WV beschikt